zwelger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwel·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwelger zwelgers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwelgerm

  1. iemand die veel eet en drinkt
     Professioneel zwelger Joey Chestnut zette na het wereldrecord hamburgers eten en het wereldrecord hot dogs eten ook dat van de kippevleugeltjes op zijn naam. Chestnut verorberde maar liefst 182 stuks.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    jav
    “Joey Chestnut onbetwist eetkampioen” (03/02/2007), De Standaard