zweefkees
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zweef·kees
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zweef ww en kees [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zweefkees | zweefkezen |
verkleinwoord | zweefkeesje | zweefkeesjes |
Zelfstandig naamwoord
de zweefkees m
- warrig persoon; zweverig iemand
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'zweefkees' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.