zwartvisten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwartvisten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwart·vis·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwartvissen |
zwartvisten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van zwartvissen
- ...dat wij zwartvisten.
- ...dat jullie zwartvisten.
- ...dat zij zwartvisten.
- ...dat wij zwartvisten.