zwartlederen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwart·le·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen zwartlederen
verbogen
partitief zwartlederens

Bijvoeglijk naamwoord

zwartlederen [1]

  1. gemaakt van zwart leer
     Deze middag draagt ze een zware zwartlederen jas, zwarte nagellak en zilveren oorringen van het formaat tv-antenne.[2]
     Het interieur van de First Edition is afgewerkt met Vernasca zwartlederen bekleding met decoratief stiksel, elektrisch verstelbare stoelen met geheugenfunctie, sfeerverlichting en een Harman Kardon audiosysteem.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Stefan Raatgever
    “Mannen hebben het al jaren voor ons verpest” (10-01-2017), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Niek Schenk
    “BMW onthult de nieuwe Z4 Roadster” (23-08-2018), Tubantia