zwaaide uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwaaide uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwaai·de uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitzwaaien |
zwaaide uit
- enkelvoud verleden tijd van uitzwaaien
- Ik zwaaide uit.
- Jij zwaaide uit.
- Hij, zij, het zwaaide uit.
- Ik zwaaide uit.
Gangbaarheid
- Het woord zwaaide uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.