zuivelsector

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zui·vel·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuivelsector zuivelsectoren
zuivelsectors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zuivelsectorm

  1. alle bedrijven die betrokken zijn bij het produceren, verwerken en verkopen van melk en melkproducten
    • De bewindsvrouw heeft dinsdagochtend overleg met de sector. „Dit is onbestaanbaar”, reageert voorzitter Harm Wiegersma van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond vlak voor het overleg. LTO Nederland reageert samen met de zuivelsector in een verklaring: „De fraude is onacceptabel. We nemen er resoluut afstand van. Wij zeggen het ministerie alle medewerking toe bij de aanpak van de fraude.”[1] 
    • Van Dam heeft vrijdag aan de Tweede Kamer laten weten dat hij na overleg met de zuivelsector, diervoederindustrie en de Rabobank heeft besloten hoger beroep aan te tekenen. De partijen hebben samen het fosfaatreductieplan opgesteld.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen