zuinigje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zui·nig·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuinigje
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zuinigjeo

  1. voorwerp dat men op een kandelaar zet om ook het laatste stukje kaars te kunnen laten branden
  2. iets op een zuinigje doen: heel spaarzaam doen
Synoniemen

Gangbaarheid

23 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be