zuidwestkant

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuid·west·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuidwestkant zuidwestkanten
verkleinwoord zuidwestkantje zuidwestkantjes

Zelfstandig naamwoord

de zuidwestkantm

  1. de kant die in het zuidwesten gelegen is.
     Hij woont in de buurt, het is naar schatting de dertigste keer dat hij hier staat, met enerzijds het uitzicht op de beboste flanken van de Vogezen en aan de zuidwestkant het glooiende laagland van de Haute-Saône.[1]
• Aan de zuidwestkant van de stad ligt een groot bos. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant