ztráta

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • ztrá·ta

Zelfstandig naamwoord

ztráta v

  1. verlies; het teloorgaan, het kwijtraken
    «Ztráta třídní knihy byla vyšetřována velmi dlouho.»
    Het verlies van de klassenboek werd erg lang onderzocht.
  2. (economie) verlies; situatie waarin de uitgaven van een economische eenheid hoger zijn dan de inkomsten
  3. (figuurlijk) verlies; het overlijden van een familielid of vriend
    «Petr nesl ztrátu matky velice těžce.»
    Petr droeg het verlies van zijn moeder zeer moeilijk.
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
nominatief ztráta ztráty
genitief ztráty ztrát
datief ztrátě ztrátám
accusatief ztrátu ztráty
vocatief ztráto ztráty
locatief ztrátě ztrátách
instrumentalis ztrátou ztrátami
Synoniemen
  1. ztracení o, pozbytí o, odebrání o, zbavení o
  2. schodek monbezield
  3. –
Antoniemen
  1. nalezení o, nález monbezield, získání o, nabytí o
  2. zisk monbezield
  3. –
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • utrpět ztrátu – een verlies leiden
  • vykazovat ztrátu – een verlies melden
  • výpočet zisků a ztrát monbezield – berekening van de winsten en verliezen
  • ztráta času v – tijdsverlies
  • ztráta energie v
  • ztráta krve v – bloedverlies
  • ztráta pamětí v – geheugenverlies
  • ztráta tepla v – warmteverlies
  • ztráty a nálezy
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=ztráta&oldid=4235288"