zowat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·wat
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

zowat

  1. bij benadering
    • Hij werd zowat uit zijn auto geslingerd door die botsing. 
     Ik rende zowat de berg op en elke keer als ik weer op een bergtop aankwam checkte ik of er voldoende internetverbinding was om eventuele nieuwe berichten van mijn kinderen te beluisteren.[1]
Synoniemen


Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be