zoveel
Uiterlijk
- zo·veel
- samenstelling van zo en veel
naamwoord | |
---|---|
onverbogen | zoveel |
verbogen | zovele |
zoveel
- een bepaalde hoeveelheid
- Hij gooide zoveel als 15 gram magnesium bij het mengsel.
- een onbepaald, bekend of bekend geacht aantal
- Ik moest nog tweehonderd euro zoveel betalen.
- die bepaalde grote hoeveelheid
- Indien het bijwoord "zo" als bepaling bij "veel" gebruikt wordt, worden de twee woorden afzonderlijk geschreven. [3]
- Hij heeft dat zo veel mogelijk vermeden.
- In vergelijkingen wordt het woord "zoveel" altijd gecombineerd met het woord "als", niet met "dan".
- Voor gecombineerde gevallen ("zoveel als of meer dan") zie Taaladvies: Zoveel of meer als / dan. [4]
- zoveel hoofden, zoveel zinnen.
iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen
1. een bepaalde hoeveelheid
2. een onbepaald, bekend of bekend geacht aantal
- Het woord zoveel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zoveel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Taaladvies 948
- ↑ Taaladvies 1316
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be