zoutpot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Keulse zoutpot met vertikaal oor.
Uitspraak
Woordafbreking
  • zout·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoutpot zoutpotten
verkleinwoord zoutpotje zoutpotjes

Zelfstandig naamwoord

zoutpot m [1]

  1. een vat waarin men zout bewaart
    • Een overdosis zout kan een hoge bloeddruk veroorzaken. Strooi daarom niet te enthousiast met de zoutpot. Daarnaast is het verstandig om bepaalde producten met mate te eten. Denk hierbij aan chips, zoute nootjes, kant en klaar maaltijden en ingeblikte groente.[2] 
    • Een overdosis zout kan een hoge bloeddruk veroorzaken. Strooi daarom niet te enthousiast met de zoutpot. Daarnaast is het verstandig om bepaalde producten met mate te eten. Denk hierbij aan chips, zoute nootjes, kant en klaar maaltijden en ingeblikte groente.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 29 sep. 2013
  3. Volkskrant 28 september 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be