zottebollen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zottebollen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zot·te·bol·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zottebollen |
zottebolde |
gezottebold |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
zottebollen
- inergatief (spel) een spel spelen waarbij een bol over een vloer gespeeld wordt voorzien van kegels in een bepaalde volgorde [1]
- In 1974 werd er in de Raadskelder onder het stadhuis van Kortrijk gezottebold.
- inergatief dwaas doen, grappen maken
- We zaten maar wat te zottebollen.
Zelfstandig naamwoord
de zottebollen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zottebol
Gangbaarheid
- Het woord zottebollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zottebollen" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ beeldbank Kortrijk
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Spel in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 52 %
- Prevalentie Vlaanderen 74 %