zorgwekkend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zorg·wek·kend
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘grote zorg veroorzakend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1828 [1]
  • samenstelling van  zorg  en  wekkend 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zorgwekkend zorgwekkender zorgwekkendst
verbogen zorgwekkende zorgwekkendere zorgwekkendste
partitief zorgwekkends zorgwekkenders -

Bijvoeglijk naamwoord

zorgwekkend

  1. oorzaak van zorgen/bezorgdheid
    • Doordat het onderzoek online veelvuldig werd gedeeld, voelde rector Elmer Sterken zich genoodzaakt te reageren. In de universiteitskrant noemde hij de uitkomsten 'zorgwekkend'. Hij vreest dat de prestaties van studenten eronder zullen lijden. [2] 
     Op de nieuwste coronakaart van het Europees gezondheidscentrum ECDC, die de afgelopen dag werd vernieuwd, kleuren de volgende landen dieprood: Estland, Letland, Litouwen, Roemenië en grote delen van Slowakije en Bulgarije. Ook in bijvoorbeeld Nederland, Duitsland, Tsjechië, Ierland, België en Finland is het aantal besmettingen volgens het ECDC zorgwekkend.[3]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen