zorgcircuit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zorgcircuit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zorg·cir·cuit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zorg en circuit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zorgcircuit | zorgcircuits |
verkleinwoord | zorgcircuitje | zorgcircuitjes |
Zelfstandig naamwoord
het zorgcircuit o
- het geheel aan zaken betreffende de zorg.
- Het zorgcircuit was onvoldoende op elkaar ingespeeld.
Gangbaarheid
- Het woord zorgcircuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.