zoog uit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoog uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzuigen

zoog uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitzuigen
    • Ik zoog uit. 
    • Jij zoog uit. 
    • Hij, zij, het zoog uit. 


Gangbaarheid