zonnewijzer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·ne·wij·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnewijzer zonnewijzers
verkleinwoord zonnewijzertje zonnewijzertjes

Zelfstandig naamwoord

de zonnewijzerm

  1. instrument om de tijd aan te wijzen op basis van de schaduw van een voorwerp, meestal een staaf, die door de zon wordt gegeven.
  2. (libellen) een libel uit het geslacht Trithemis op Wikispecies van echte libellen uit de familie van de korenbouten (Libellulidae)
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be