zong uit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zong uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzingen

zong (...) uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitzingen
    • Ik zong uit. 
    • Jij zong uit. 
    • Hij, zij, het zong uit.