zonering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

zonering rond industriegebied
Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·ne·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonering zoneringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zoneringv

  1. een verdeling van een gebied in verschillende deelgebieden met verschillende functies
     ‘Het klinkt misschien vreemd, maar het feit dat dit gebied nog zo mooi groen is, is te danken aan de jarenlange aanwezigheid van het vliegveld. Door de daarbij behorende geluidszonering is het onmogelijk om daar te bouwen. Zodra die zonering verdwijnt wordt het een zeer aantrekkelijk gebied voor commerciële woningbouw. Het idee dat met het verdwijnen van de vliegfunctie die omgeving groen kan blijven is naar onze mening een illusie.’[2]
     Het Centrum Management Losser (CML) probeert een overeenkomst te bereiken met ondernemer Hans Kroesen, zodat hij toch op enigerlei wijze mee blijft doen aan de Bedrijven Investerings Zone. Kroesen heeft een zaak, Bike and Outdoor , aan de Bernard Leurinkstraat. En vraagt zich af waarom hij met zijn bedrijf binnen de zonering valt.[3]
     Hij bekritiseert met name de zonering en clustering van sluitingstijden. In de Wemenstraat, de Langestraat en een deel van de Pastoriestraat mogen ondernemers tot 06.00 uur open zijn, elders in de stad tot 02.00 uur tenzij een ondernemer een speciale ontheffing heeft.[4]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

57 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “CDA Hengelo omarmt plannen luchthaven” (15-02-2016,), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Losser probeert zakenman over te halen” (22-08-2016), Tubantia
  4. Bronlink Weblink bron “Hengelose nachtburgemeester: 'Horecavisie is vernietigend'” (07-03-2017), Tubantia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be