zompig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zom·pig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zompig | zompiger | zompigst |
verbogen | zompige | zompigere | zompigste |
partitief | zompigs | zompigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zompig [1]
- op een moeras gelijkend, nat en modderig
- Dat zompige stuk land vraagt om een paar goeie laarzen.
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord zompig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zompig' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |