zomerzotheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·zot·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerzotheid zomerzotheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zomerzotheidv

  1. dwaasheid, tropenkolder
     SP-leider Roemer zegt in een reactie dat ze in Europa "willen doordenderen" en zich nergens meer voor schamen. PVV-voorman Wilders vindt dat het voorstel van Merkel de prullenbak in moet en spreekt van zomerzotheid.[2]
     Tekenaar André Solie kreeg de Boekenpauw voor 'De Zomerzot', dat gaat over de tot een nachtmerrie uitgroeiende fantasie van een bang kind. Sollie won in 1998 al een Boekenpauw en in 2005 een Boekenpluim.[3]
  2. dwaze verliefdheid

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. zomerzotheid op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Kamer niet enthousiast over Merkel” (07-06-2012), NOS
  3. Bronlink Weblink bron
    loa
    “Kathleen Vereecken wint Boekenleeuw voor beste jeugdboek” (24/02/2010), De Standaard