zomerhoed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zo·mer·hoed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomerhoed | zomerhoeden |
verkleinwoord | zomerhoedje | zomerhoedjes |
Zelfstandig naamwoord
de zomerhoed m
- (hoofddeksel) lichte hoed die beschermt tegen de zon en zo zeer geschikt is om te dragen in de zomer
- Jawel, een nieuw logo boven het blog. Op een motor. Dat komt zo. De redactie van Vrij vond mijn selfie met dikke Cubaan en zomerhoed best grappig, maar het mocht wel wat stoerder. ‘Kun je niet poseren op een motor? Een beetje Jan Cremer-achtig graag’.[2]
- Kelly van der Veer is van brunette naar blond gegaan. Voor een fotoshoot is ze helemaal in de zomerse sferen in een gestreepte tankini en roze zomerhoed. [3]
Hyperoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord zomerhoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zomerhoed" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf J. Hendriks 23 augustus 2016
- ↑ Tubantia S. Borgdorff 27 mei 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Hoofddeksel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %