zoetwatervoorraad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zoetwatervoorraad (hulp, bestand)
- IPA: / zutˈwatərˌvorat / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- zoet·wa·ter·voor·raad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zoetwater zn en voorraad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoetwatervoorraad | zoetwatervoorraden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zoetwatervoorraad m
- totale hoeveelheid zoet water die men nu en in de toekomst kan gebruiken
- ▸ Nu kunnen de boeren nog met zoet water hun gebieden sproeien. Als de droogte in de zomer aanhoudt, kan een moeilijke situatie ontstaan. Er zullen dan maatregelen nodig zijn om de zoetwatervoorraad te sparen, zoals een sproeiverbod voor boeren en tuinders.[1]
- ▸ De aarde bestaat voor twee derde uit zeewater. Als je daar gewassen verbouwt, put je het land en de zoetwatervoorraad minder uit. Zeewierteelt is heel duurzaam.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zoetwatervoorraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Noordzeekanaal steeds zouter door droogte” (17-05-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron Gerben 't Hof“Lekker! Zeewier van eigen bodem” (03-06-2015), Tubantia