zoekraakte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoek·raak·te

Werkwoord

vervoeging van
zoekraken

zoekraakte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van zoekraken
    • ... dat ik zoekraakte. 
    • ... dat jij zoekraakte. 
    • ... dat hij, zij, het zoekraakte.