zoeklamp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoek·lamp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoeklamp zoeklampen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zoeklampv / m

  1. een sterke lamp met gerichte lichtbundel waarmee men in het donker iets op kan sporen
     Ik draaide mijn fiets om en ging kijken wat ze gedumpt hadden. Ik had een zoeklicht bij me. Ik scheen met de zoeklamp rond en een konijn huppelde een beetje in het gras. Ik kon hem zo oprapen.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Jasper van Gruijthuijsen
    “Bert (66) ziet vader en zoontje in het donker doodziek konijn dumpen: ‘Schofterig’” (03-12-2019), Tubantia