zochten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zochten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɔxtə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /zɔχtə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /zɔxtə(n)/
Woordafbreking
- zoch·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zoeken |
zochten
- meervoud verleden tijd van zoeken
- Wij zochten.
- Jullie zochten.
- Zij zochten.
- Wij zochten.
- ▸ De andere kinderen zochten hout, zetten tenten op en haalden water.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers