zmenšit
Tsjechisch
Uitspraak
Woordafbreking
- zmen·šit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
zmenšit perfectief
- verkleinen
- «Museli jsme zmenšit náklad novin.»
- We moesten de oplage van de krant verkleinen.
- «Museli jsme zmenšit náklad novin.»
Vervoeging
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | zmenším | zmenšíme | |
tweede persoon | informeel | zmenšíš | zmenšíte |
formeel | zmenšíte | ||
derde persoon | zmenší | zmenší |
Schrijfwijzen
- Oude schrijfwijze: zmenšiti perfectief
Synoniemen
Antoniemen
- vzrůst perfectief
- zvětšovat imperfectief / zvětšit perfectief
- zvyšovat imperfectief / zvýšit perfectief