zlý
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /zliː/
Woordafbreking
- zlý
Bijvoeglijk naamwoord
zlý
- slecht, kwaadaardig; met een negatieve eigenschap.
- slecht, fout; verkeerd geproduceerd.
- negatief; een negatief gevoel.
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /zliː/
Woordafbreking
- zlý
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *zъlъ
Bijvoeglijk naamwoord
zlý
- kwaadaardig, slecht; immoreel handelend.
- kwaadaardig; door boosheid en woede veroorzaakt.
- slecht; serieuze consequenties hebbend.
- slecht; een mentale oppressie hebbend.
Verbuiging
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen