zitten vast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zitten vast (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɪtə(n) ˈvɑst / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zit·ten vast
Woordherkomst en -opbouw
- uit zitten (werkwoord) en vast (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastzitten |
zitten (…) vast
- meervoud tegenwoordige tijd van vastzitten
Gangbaarheid
- Het woord zitten vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.