zinsverband

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zinsverband    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zins·ver·band

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zin  en  verband  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zinsverband	zinsverbanden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het zinsverband o

1. (taalkunde) de woorden rondom een bepaald woord in een zin

   • Dit woord komt zelden in dat zinsverband voor. 

Verwante begrippen

• context, samenhang

Vertalingen

    1.   

Spaans: contexto (es) m

Gangbaarheid

• Het woord zinsverband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.