zinkbak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zink·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zinkbak | zinkbakken |
verkleinwoord | zinkbakje | zinkbakjes |
Zelfstandig naamwoord
de zinkbak m
- bak waarin mest kan bezinken en waarvan het mestvocht kan afvloeien
- grote betonnen bakken die men op de bodem van een water kan laten zinken voor het afsluiten van dat water
- Een team van twintig rechercheurs doet onderzoek naar de ontploffing van een caisson op het strand bij Ritthem (ten oosten van Vlissingen), afgelopen vrijdagavond. De politie kan nog niet zeggen of de betonnen zinkbak moedwillig is opgeblazen. [2]
- De zinkbakken waren gemaakt voor de landing van Normandië, maar uiteindelijk niet gebruikt. Tijdens de watersnood werden ze van Engeland naar Ouwerkerk overgebracht. Ze liggen nog op exact dezelfde plaats. Tegenwoordig is het Watersnoodmuseum erin ondergebracht. [3]
Synoniemen
- [2] caisson
Gangbaarheid
- Het woord 'zinkbak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zinkbak" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 26 september 2011 Zeer zwaar explosief ontploft in Zeeland
- ↑ De Standaard 3 FEBRUARI 2018 Waterfront
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be