zilch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zilch
Woordherkomst en -opbouw

Waarschijnlijk van het Amerikaanse Zilch, een achternaam voor een (fictief) insignificant persoon.

Tussenwerpsel

zilch

  1. niets
    • Drie uur zwoegen, en wat leverde het op? Niets, noppes, nada, zilch. 
    • Een Nederlandse minister was zelfs publiekelijk 'zeer tevreden' over dit alles. Althans, over de verklaring van zijn collega, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice, dat er niets aan de hand was. Niets, nada, nothing, zilch.  [1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen