zijvleugel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

paleis het Loo met zijvleugels
Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·vleu·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijvleugel zijvleugels
verkleinwoord zijvleugeltje zijvleugeltjes

Zelfstandig naamwoord

de zijvleugelm

  1. (bouwkunde) een deel van een gebouw dat aan de zijkant staat van het centraal gelegen hoofdgebouw
    • Ronddwalen kan, want het middengedeelte is open voor het publiek. Het paleis-hotel is namelijk één van de grootste bezienswaardigheden van Abu Dhabi. De zijvleugels zijn afgesloten en alleen voor betalende gasten. Logisch ook, als je duizenden euro's neerlegt voor een overnachting...[2] 
    • Het reuzenrad staat 20 meter uit de kust op een nieuw platform, dat als een zijvleugel aan de pier is gebouwd. Maartje Egberink en Anouk Wolf uit het Twentse Bornerbroek zijn een weekendje in Den Haag en stappen als een van de eerste bezoekers in de attractie. Terwijl de gondel langzaam omhoog wiebelt kijkt Maartje verschrikt om zich heen. ,,Ze heeft een beetje last van hoogtevrees”, grapt Anouk.[3] 
  2. (militair) de zijlinie van een militaire opstelling
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf MARJOLEIN SCHIPPER 24 dec. 2016
  3. de Telegraaf DOOR DANIËL VAN DAM 20 aug. 2016
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be