zijspan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·span
enkelvoud meervoud
naamwoord zijspan zijspannen
verkleinwoord zijspannetje zijspannetjes

Zelfstandig naamwoord

het zijspano

  1. (verkeer) karretje dat naast een motorfiets bevestigd is voor het vervoer van een passagier
    • Hij reed een motor met zijspan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be