zijpelen
Uiterlijk
- zij·pe·len
- frequentatief gevormd uit zijpen of sijpen met het achtervoegsel -el
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zijpelen |
zijpelde |
gezijpeld |
zwak -d | volledig |
zijpelen
- ergatief een proces waarbij een vloeistof zich door de kieren en poriën van een vaste massa heen begeeft
- Er is veel water door de muur gezijpeld.
- Het woord zijpelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zijpelen" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Frequentatief in het Nederlands
- Achtervoegsel -el in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 26 %
- Prevalentie Vlaanderen 37 %