zijluik
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zij·luik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zij zn en luik zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijluik | zijluiken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (kunst) een van de twee zijpanelen van een drieluik
- Het schilderij - een van de Leuvense topstukken - werd in 1443 door de Leuvense familie Edelheere besteld bij een kunstenaar uit de omgeving van Rogier van der Weyden. Het heeft de vorm van een triptiek met op de zijluiken de schenkers en hun patroonheiligen. [2]
- De geheimzinnige maker van een Vlaamse website beweert dat hij weet waar het in 1934 gestolen paneel uit het zijluik van het retabel ”De aanbidding van het Lam Gods” is verstopt. [3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zijluik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zijluik" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 20/08/2012 om 16:24 door mtm Edelheeretriptiek na 5 jaar terug in Leuvense Sint-Pieterskerk
- ↑ Reformatorisch Dagblad 03-10-2002 Beroemde kunstroof mogelijk opgelost
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be