zielstoestand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ziels·toe·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zielstoestand | zielstoestanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zielstoestand m
- de mentale stemming van een persoon of groep personen; psychische gesteldheid
- ▸ In de tijd als er een milde uitstorting van de Geest zal zijn, zullen zij zeker hun overvloedig deel ontvangen. Als die tijd eenmaal gekomen is, dan geloof ik dat degenen die dan zullen leven een ander soort preken zullen horen dan u nu gewoon bent. De mensen zullen dan ongetwijfeld in een andere zielstoestand zijn.[2]
- ▸ Er zijn echter ook passages waarin Sara uitgebreid haar zielstoestand analyseert, zonder dat daarbij het Woord aan het woord komt.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zielstoestand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Geesteloos” (13-06-2014), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron asper J. Stam“Sara Nevius mediteerde in de eenzaamheid” (03-10-2016J), Reformatorisch Dagblad