zielstoestand

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziels·toe·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zielstoestand zielstoestanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zielstoestandm

  1. de mentale stemming van een persoon of groep personen; psychische gesteldheid
     In de tijd als er een milde uitstorting van de Geest zal zijn, zullen zij zeker hun overvloedig deel ontvangen. Als die tijd eenmaal gekomen is, dan geloof ik dat degenen die dan zullen leven een ander soort preken zullen horen dan u nu gewoon bent. De mensen zullen dan ongetwijfeld in een andere zielstoestand zijn.[2]
     Er zijn echter ook passages waarin Sara uitgebreid haar zielstoestand analyseert, zonder dat daarbij het Woord aan het woord komt.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Geesteloos” (13-06-2014), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron
    asper J. Stam
    “Sara Nevius mediteerde in de eenzaamheid” (03-10-2016J), Reformatorisch Dagblad