zieligjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·lig·jes
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

zieligjes

  1. heel erg verdrietig, heel erg zielig
     Als een verwaarloosde schurfthond denk ik zieligjes: toen kon mijn moeder nog soep voor me maken.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Toen kon mijn moeder nog soep voor me maken” (18 november 2017), Het Parool
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be