ziektekosten
Uiterlijk
- Geluid: ziektekosten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈziktəˌkɔstə(n) / (4 lettergrepen)
- ziek·te·kos·ten
- alleen meervoud samenstelling van ziekte zn en kosten zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | (ziektekost) * | ziektekosten |
verkleinwoord | - | - |
de ziektekosten mv
- (financieel) geheel van uitgaven aan medische behandelingen en medicijnen
- De ziektekosten rezen de pan uit.
- ziektekost (minder gangbare vorm, zeker in Nederland)
- Het enkelvoud "ziektekost" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het enkelvoud van "ziektekosten".
- Het woord ziektekosten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ziektekosten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Woord alleen in meervoud in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %