ziektekost

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziek·te·kost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziektekost (ziektekosten) *
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ziektekostm

  1. (financieel) geheel van uitgaven aan medische behandelingen en medicijnen
    • Het rapport lijst de sterktes en de zwaktes van ons gezondheidssysteem op, en is gebaseerd op gegevens uit de periode 2008-2013. Daaruit blijkt dat de Belg 18 procent van de totale ziektekost zelf betaalt, wat veel is in vergelijking met andere Europese landen. [1]
Synoniemen
Opmerkingen
  • Het meervoud "ziektekosten" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "ziektekost".

Gangbaarheid

Verwijzingen