ziektejaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziek·te·jaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziektejaar ziektejaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ziektejaaro

  1. een periode van een jaar dat men lijdt aan een aandoening (en daardoor niet kan werken)
     Smit wil dat werknemers ook in hun tweede ziektejaar recht houden op hun salaris. Maar dat kan volgens hem anders worden betaald, bijvoorbeeld via een speciale verzekering.[1]
     Niet vanwege toename van het ziekteverzuim of instroom in de WIA, maar vanwege de dubbele uitvoeringskosten nu in het tweede ziektejaar een andere partij zich op de re-integratie van de werknemer gaat richten.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “CNV: versoepeling ontslagrecht lost niets op” (23-02-2013), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    HENDRIK JAN VAN PELT
    “Regeerakkoord weinig doordacht” (26 okt. 2017), De Telegraaf