ziekenverpleegster

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·ver·pleeg·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenverpleegster ziekenverpleegsters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ziekenverpleegsterv

  1. (beroep) (medisch) vrouw die voor haar beroep zieke mensen verzorgt
     "De eerste nazistische massamoordenares was niet de bewaakster in een concentratiekamp, maar de ziekenverpleegster", schrijft Lower. Niet in de gaskamers of bij massale executies is de volkerenmoord begonnen, maar daar waar de slachtoffers op de eerste plaats hulp mochten verwachten.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Nazi-volkerenmoord was niet louter een mannenzaak” (29 juli 2014), De Morgen