ziekenfondspremie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·fonds·pre·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenfondspremie ziekenfondspremies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ziekenfondspremiev

  1. hoeveelheid geld die men moet betalen om verzekerd te zijn voor de ziektekosten
     Ik betaal al 140 euro ziekenfondspremie per maand en de meeste mensen nog meer.[1]
     De ziekenfondspremie bedroeg in totaal, werkgevers- en werknemersdeel, 7 procent van het brutosalaris. Deze situatie is inmiddels een droomscenario dat ver achter ons ligt.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “WUZmail: 'Eigen risico nekslag!'” (03 mei 2013), De Telegraaf
  2. Bronlink Weblink bron “’Jan Modaal wordt uitgekleed’” (16 jul. 2019), De Telegraaf