ziekenfondskas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·fonds·kas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenfondskas ziekenfondskassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ziekenfondskasv / m

  1. het kapitaal dat een ziekenfonds tot haar beschikking heeft om ziektekosten te betalen
     Zorgverzekeraars betalen op dit moment een keer per maand de rekeningen van ziekenhuizen. Vanaf volgend jaar is het echter de bedoeling dat ziekenhuizen pas aan het eind van een behandeling (een zogeheten diagnose–behandel–combinatie, of dbc) een rekening indienen. Voor de ziekenfondsen is dat geen probleem, dat geld komt uit de ziekenfondskas. Maar bij particuliere verzekeraars ligt dat anders.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “’Financieel probleem particuliere zorgverzekeraars’” (28-09-2004), Reformatorisch Dagblad