ziekenbed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenbed | ziekenbedden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het ziekenbed o
- bed waarin men een zieke verpleegt; bed waarin een zieke ligt
- ▸ Mubarak zag er flets en afwezig uit, en hield de gehele tijd het laken van zijn ziekenbed angstvallig onder de kin opgetrokken.[1]
- ▸ Door een onwaarschijnlijke speling van het lot kreeg bijna op hetzelfde moment in het ziekenhuis de oudste broer Salvatore (57) ook een hartaanval. Hij waakte bij het ziekenbed van zijn hoogbejaarde moeder.[2]
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ziekenbed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Mubarak in bed, zoons in gevangenisplunje voor rechter” (03-08-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Drie Siciliaanse broers krijgen tegelijk hartaanval” (29-11-2011), Tubantia