ziekenbed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

ziekenbed
Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenbed ziekenbedden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ziekenbedo

  1. bed waarin men een zieke verpleegt; bed waarin een zieke ligt
     Mubarak zag er flets en afwezig uit, en hield de gehele tijd het laken van zijn ziekenbed angstvallig onder de kin opgetrokken.[1]
     Door een onwaarschijnlijke speling van het lot kreeg bijna op hetzelfde moment in het ziekenhuis de oudste broer Salvatore (57) ook een hartaanval. Hij waakte bij het ziekenbed van zijn hoogbejaarde moeder.[2]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Mubarak in bed, zoons in gevangenisplunje voor rechter” (03-08-2011), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Drie Siciliaanse broers krijgen tegelijk hartaanval” (29-11-2011), Tubantia