zevenenzestigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ven·en·zes·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

zevenenzestigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van zevenenzestigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een zevenenzestigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord zevenenzestigjarige zevenenzestigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zevenenzestigjarige m / v

  1. levend wezen dat 67 jaar oud is of iets dat 67 jaar bestaat
    • De zevenenzestigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid