zetelwinst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zetelwinst (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ze·tel·winst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zetel en winst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zetelwinst | zetelwinsten |
verkleinwoord | zetelwinstje | zetelwinstjes |
Zelfstandig naamwoord
de zetelwinst v
- (politiek) een toename van het zetelaantal van een partij bij (eventuele) verkiezingen
- De partij staat volgens het laatste opinieonderzoek op een zetelwinstje van slechts twee zetels, in plaats van de twaalf bij de vorige peiling.
Antoniemen
Vertalingen
1. een toename van het zetelaantal van een partij bij (eventuele) verkiezingen
Gangbaarheid
- Het woord zetelwinst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zetelwinst" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be