zesteur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zes·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zesteur | zesteuren |
verkleinwoord | zesteurtje | zesteurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de zesteur m
- (huishouden) (kookkunst) keukengerei om reepjes uit de schil van citrusvruchten te snijden
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'zesteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.