zeshonderddertig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 6 3 0
zeshonderddertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·hon·derd·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zeshonderddertig

  1. "630", het getal tussen zeshonderdnegenentwintig en zeshonderdeenendertig, zeshonderd plus dertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderddertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderddertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderddertig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderddertig zeshonderddertigs
verkleinwoord zeshonderddertigje zeshonderddertigjes

Zelfstandig naamwoord

de zeshonderddertigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 630 is aangeduid
    • Als jij zeshonderddertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

zeshonderddertig mv

  1. groep van 630 eenheden
    • Die zeshonderddertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid