zendmachtiging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zend·mach·ti·ging
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zend en machtiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zendmachtiging | zendmachtigingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zendmachtiging v
- een vergunning voor het uitzenden van radio- of televisieprogramma's
- De zendmachtiging van deze omroep is in gevaar.
Gangbaarheid
- Het woord zendmachtiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.